Stephan Maas (39) was vier jaar beherend apotheker in Baarn. "Uitsluitend ‘pillendraaier’ is de apotheker al lang niet meer. Natuurlijk vormt de farmacie de basis, maar de meerwaarde zit ‘m in ‘zorg’. En handig is een flinke snuf ondernemersgeest."
Mijn opa kreeg een hartinfarct, toen ik tiener was. Hij moest vervolgens zoveel medicijnen slikken dat ik gefascineerd was; hoe was het mogelijk dat al die pillen hem op de been hielden? Een ander familielid was apotheekhoudend huisarts. Ook dat triggerde mij: een mooie combinatie van patiënten helpen, medicijnen voorschrijven én een eigen onderneming. Voor mij waren het redenen om in 1999 naar Utrecht te gaan; ik wilde farmacie studeren.
Na zes jaar studie kwam er een keuzemoment. Met m’n bul op zak, kon ik ‘alle kanten’ op. Van de drie voor de hand liggende richtingen – de industrie, het ziekenhuis of de openbare farmacie – klopte mijn hart het snelst bij optie 3. Waarom? Om ‘van toegevoegde waarde te kunnen zijn binnen het systeem’, zoals dat zo mooi klinkt. Maar zo mooi wás het ook, bleek toen ik na mijn afstuderen als tweede apotheker in Baarn aan de bak kon. De interesse uit mijn jeugd werd toen beloond met passie.
De eigenaar verkocht z’n Baarnse apotheek en ik mocht het gaan runnen. Op mijn 25e had ik de verantwoording over de hele zaak. Als beherend apotheker (in loondienst) reikte mijn vrijheid ver, tot aan het overmaken van de salarissen aan toe. Opvallend was de enorme afwisseling; het ene moment stond ik een gloeilamp te verwisselen en een paar uur later leverde ik de medicatie af voor een euthanasie…
Vooral bij patiënten kon ik gevoelsmatig m’n meerwaarde tonen. Zo was er een man die langskwam voor zijn echtgenote die leed aan vreselijke neuropathische pijn. Haar medicatie was niet effectief en gaf veel sedatie. Dat moest anders kunnen, vond ik. Mijn voorstel voor andere medicijnen werd door de arts goed ontvangen en de patiënts echtgenoot keerde hoopvol huiswaarts.
De week erna kwam hij weer in de apotheek, met een enorme bos bloemen! De nieuwe medicatie was dermate aangeslagen dat de pijn nu dragelijk was en zijn vrouw niet meer suf werd. Dát was voor mij patiëntenzorg.
Zorg of niet, in de apotheek is bedrijfsvoering ook essentieel. Van de boekhouding en kassa – waarvan ik op dag 1 geen enkel besef had hoe het allemaal werkte – tot gedegen personeelsbeleid. Die eerste twee leer je wel in de praktijk. Maar bij personeel is het handig om sociale voelsprieten te hebben. En tact. Want wat doe je als je balie-assistent uitvalt tegen een mondige patiënt? Dat roept om diplomatie.
Een andere helpende kernkwaliteit van beherend apothekers is ‘bruggen bouwen’. Denk bijvoorbeeld aan de interactie met, en tussen huisartsen, specialisten en de poliklinische apotheek. Je hebt elkaar nodig, je krijgt vertrouwen, maar jíj bent ook die (ver)bindende factor.
Al met al een uitdagende tak van sport dus, dat beherend apothekerschap. Maar wie niet wars is van afwisseling, het hart op de goede plek heeft én bij wie de ondernemersgeest door het lichaam raast, daartegen zeg ik: jazeker, wordt zelfstandig openbaar apotheker!"