Het preferentiebeleid uitgelegd

Apothekersorganisatie KNMP hield recent een enquête onder apothekers en apothekersassistenten over de uitstroom van veel medewerkers. De voornaamste reden hiervoor? Wekelijks boze klanten aan de balie. De reden van de klant om boos te zijn? Het medicijntekort. Vaak horen klanten dat een medicijn niet op voorraad of niet leverbaar is. Dit probleem wordt mede veroorzaakt door het preferentiebeleid. We leggen je uit wat het preferentiebeleid is en hoe apothekers hiermee omgaan.

Goedkopere medicijnen

Een medicijn wordt verkocht door verschillende medicijnmerken. Zo produceren verschillende farmaceutische fabrikanten bijvoorbeeld ibuprofen. Dit betekent niet dat de werking van het medicijn van fabrikant A verschilt met fabrikant B: de inhoud blijft hetzelfde. Wat wel verschilt, zijn de hulpstoffen die een fabrikant toevoegt. Het medicijn, in dit verhaal ibuprofen, wordt door de fabrikanten voor verschillende prijzen verkocht. De zorgverzekeraar vergoedt dan alleen het medicijn dat het goedkoopst is: het preferente medicijn. En dat is het preferentiebeleid in een notendop.

Waarom bestaat het preferentiebeleid?

Door prijsconcurrentie tussen fabrikanten én het inkoopbeleid van Nederland, zijn medicijnen veel goedkoper geworden. Mede door het preferentiebeleid zijn de medicijnprijzen met 85% gedaald. Voorheen werden prijzen voor bijvoorbeeld Citalopram (depressie) bewust hooggehouden, waardoor de maandelijkse zorgpremie hoger was. Het preferentiebeleid gaat dit tegen. Het bespaart zorgkosten, omdat het zorgt voor een lagere premie.

Rol van de apotheek

De apotheker probeert zoveel mogelijk rekening te houden met de voorkeur van de patiënt, maar moet zich ook houden aan het preferentiebeleid. In het AIS (apotheekinformatiesysteem) ziet de apotheker welk medicijn hij het beste kan voorschrijven, rekening houdend met het preferentiebeleid en de beschikbaarheid bij de groothandel. De apotheker declareert daarna de kosten bij de zorgverzekeraar.

Het komt soms voor dat de apotheker een niet-preferent medicijn voorschrijft. Bijvoorbeeld wanneer een patiënt een recept krijgt met een medische noodzaak voor een medicijn van een specifieke fabrikant. Het verschilt per zorgverzekeraar of het niet-preferent medicijn wordt vergoed. Geen vergoeding? Dan gaat de apotheker samen met de patiënt en voorschrijver in gesprek over alternatieven.

IJzeren voorraad

In 2019 was er een tekort van 1492 medicijnsoorten. Dit is één van de grootste nadelen van het preferentiebeleid: het geneesmiddelentekort. Dit tekort ontstaat vaker bij preferente medicijnen dan medicijnen die niet preferent zijn, omdat deze dan massaal worden voorgeschreven. Apothekers willen daarom al jarenlang een zogenoemde 'ijzeren voorraad'. Per 1 januari 2023 is het verplicht voor farmaceutische handelsvergunningshouders en groothandelaren om een medicijnvoorraad te hebben van tweeënhalve maand. Door deze invoering is de verwachting dat het geneesmiddelentekort sterk wordt teruggedrongen.

Addertje onder het gras

De zorgverzekeraar vergoedt vaak alleen een specifieke dosering of toedieningsvorm van een medicijn. Als gevolg moet de patiënt dan meer tabletten slikken, omdat er alleen een vergoeding is voor de laagste dosering. Of de patiënt gebruikt een toedieningsvorm die hij of zij eigenlijk niet fijn vindt. Beide hebben een slecht effect op therapietrouw; het kan namelijk zijn dat de patiënt stopt met de behandeling. Het preferentiebeleid is dus effectief voor de zorgverzekeraar, maar een nachtmerrie voor de apotheker.


Benieuwd hoe onze apothekers het preferentiebeleid in de praktijk ervaren? Neem gerust contact met ze op.

4 oktober 2022