“We zijn een kennisinstituut voor de apotheek”

Naast onderhandelingen met zorgverzekeraars – wel de kerntaak – doet NFZ meer voor de apothekers die ze vertegenwoordigt. Over die onderhandelingen spraken we directeur Bea van der Veen al eerder, nu gaan we dieper in op de andere zaken en taken die de organisatie voor zichzelf heeft weggelegd. Van informatieve en interactieve webinars, tot de vinger aan de pols houden van wijzigingen in het zorgsysteem.

Om met dat laatste te beginnen: elk jaar verandert er wel wat. De ene keer gaat het om relatief minimale wijzigingen, maar het kan ook gaan om ingrijpende veranderingen in het stelsel. Zoals er voor begin 2023 bijvoorbeeld gepland staat om vitamine D uit het basispakket te halen, net als een verandering in de tariefstructuur voor weekterhandstellingen. Die twee wijzigingen gaan door, Van der Veen is blij dat de minister heeft besloten om de GVS-herberekening uit te stellen. “We hebben vaak te acteren op besluiten van hogerhand.”


Bea van der Veen

Interactieve webinars

“Voor ons is het zaak om de apothekers zo goed mogelijk voor te bereiden op dit soort veranderingen. We zijn een soort kennisinstituut voor de apotheek.” Dat is vooral in de coronatijd gegroeid, vertelt ze. “Toen zijn we webinars gaan organiseren, interactieve presentaties. Niet alleen zenden, maar ook de gelegenheid geven aan deelnemers om bijvoorbeeld vragen te stellen of ervaringen te delen.”

“Ook als de onderhandelingen zijn afgesloten, organiseren we een uitzending. Om onze apothekers te laten zien wat we uitonderhandeld hebben en waarom dat zo is. Hoe de contracten eruit zien voor het komende jaar.” Gedurende het jaar zijn er meer digitale bijeenkomsten. “Zoals onlangs nog, toen hadden we een webinar over de juridische kanten van het apothekersvak. We hadden een advocaat in farmaceutisch recht uitgenodigd, die de deelnemers over verschillende onderwerpen uitlegde hoe ze juridisch in elkaar zitten.”

Zoals gezegd: sinds de coronaperiode zijn de webinars in populariteit gegroeid. “Voorheen hielden we ook regelmatig fysieke bijeenkomsten, maar je ziet dat het voor een apotheker toch gemakkelijker is om digitaal ‘even aan te haken’. Hij of zij kan gewoon vanachter zijn eigen bureau in zijn eigen kantoor meedoen. Het maakt het laagdrempeliger. Je ziet, net als in de rest van de samenleving, bij ons een groep fanatieke en actieve ondernemers, een groep die passief meedoet en zich vooral laat informeren én een groep die sporadisch iets van zich laat horen, bijvoorbeeld alleen bij de onderhandelingen.”

Kijken naar individuele apotheker

Informatie verstrekken en duiding geven over maatregelen die het ministerie neemt, is ook een voorname taak van de NFZ. De organisatie brengt de apothekers niet alleen op de hoogte van de plannen, maar legt ze ook uit en vertelt wat de gevolgen kunnen zijn. Neem het besluit om vitamine D uit het basispakket te halen. Of de veranderende vergoedingsstructuur voor baxterzakjes. “Tot nu toe krijgen de apothekers altijd een vergoeding per geneesmiddel, waar hij zijn zorg, zijn personeel en zijn pand uit moet betalen. Materiaalkosten plus het bijbehorende WMG-tarief. Per 1 januari verandert dat.”

“Dan wordt er één tarief gedeclareerd per patiënt, ongeacht het aantal geneesmiddelen die in het baxterzakje zitten. Dus of het nu twee of vijf medicijnen zijn: de apotheek ontvangt hetzelfde tarief (de medicatie in het baxterzakje wordt apart vergoed). De reden daarvoor is een eerlijkere kostenverdeling en men denkt dat er minder geneesmiddelen voorgeschreven gaan worden. Dat moeten we natuurlijk nog zien, maar voor de individuele apotheker heeft dit impact. Er komt immers een ander bekostigingssysteem.”

De NFZ voelt daarin een taak: uitleggen wat er gebeurt, vaststellen en berekenen van de consequenties. “We zijn in principe niet tegen een abonnementensysteem, maar er moet dan wel naar het totale plaatje gekeken worden. Voor apothekers in achterstandswijken, waar vaak meer medicijnen worden gebruikt, kan dit andere gevolgen hebben dan bij apotheekhouders in wijken met een hoger gemiddeld inkomen.”

Preventief effect

Eenzelfde soort gevolg verwacht Van der Veen bij het verwijderen van vitamine D uit het zorgpakket. “Op zich lijkt dat een kleine maatregel, maar dit kan grote gevolgen hebben voor patiënten. Die moeten die vitamines straks zelf betalen. Wat als ze dat niet willen of kunnen? Helemaal met de sterk stijgende inflatie lijkt het een gemakkelijke bezuinigingsmanier in de huishoudportemonnee. Terwijl die vitamines juist ook voor mensen in de onderkant van de samenleving belangrijk kunnen zijn om gezond te blijven. Ze hebben een preventief effect. Wie vertelt mij dat deze bezuiniging er niet voor zorgt dat zorgkosten juist zullen stijgen op de lange termijn?”

Toch moeten de apothekers ermee omgaan. “En wij bereiden ze daarop voor. Dat doen we dan weer met een bijeenkomst en themanieuwsbrieven. Dat is onze taak voor de apothekers die we vertegenwoordigen, dat ze goed beslagen ten ijs komen en inzicht hebben in de eventuele gevolgen.”

27 december 2022